Belanghebbende, X, laat zijn aangiften IB/PVV invullen door een belastingconsulent. De Belastingdienst verricht in de periode 2013 t/m 2015 onderzoek naar het aangiftegedrag van deze belastingconsulent. Vanaf eind 2013 is de Belastingdienst in staat om alle aangiften die door de belastingconsulent zijn ingediend te filteren. De aangiften van X, die dateren van eerdere datum, worden echter nog niet gefilterd. De inspecteur legt op 2 september 2011 respectievelijk 5 juli 2013 de aanslagen over 2010 en 2011 op overeenkomstig de ingediende aangiften. Later legt de inspecteur de thans in geschil zijnde navorderingsaanslagen IB/PVV 2010 en 2011 op waarin ten onrechte opgevoerde aftrekposten (persoonsgebonden aftrek) worden gecorrigeerd.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur een ambtelijk verzuim heeft begaan door aangiften die zijn ingediend door een belastingconsulent met een twijfelachtige reputatie ongezien te laten passeren. De inspecteur had aan de juistheid van de aftrekposten in redelijkheid behoren te twijfelen en had nader onderzoek moeten instellen. Dit omdat bekend was dat de belastingconsulent ten onrechte of tot een te hoog bedrag aftrekposten in de aangiften opnam. De inspecteur stelt dat het tot eind 2013 niet mogelijk was om de aangiften van de belastingconsulent te filteren, maar volgens de rechtbank zijn deze technische controlebelemmeringen voor risico van de inspecteur. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt de navorderingsaanslag.
Lees ook het thema Navordering.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 29 augustus