Rechtbank Den Haag oordeelt dat de goedkeuring in het coronabesluit slechts behelst dat als bijzonder uitstel van betaling is verleend, eventuele verzuimboetes geacht worden niet te zijn opgelegd en ambtshalve zullen worden vernietigd.

Aan X is vanwege de coronacrisis bijzonder uitstel van betaling verleend. In geschil is of terecht een (betaal)verzuimboete aan hem is opgelegd in het kader van de BTW-naheffing over het eerste kwartaal van 2020. De boete is inmiddels ambtshalve vernietigd. X stelt in bezwaar tegen de boete dat uit het coronabesluit volgt dat door de coronacrisis geen verzuimboetes mogen worden opgelegd en hij maakt aanspraak op vergoeding van zijn bezwaarkosten.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de goedkeuring in het coronabesluit slechts behelst dat als bijzonder uitstel van betaling is verleend, eventuele verzuimboetes geacht worden niet te zijn opgelegd en ambtshalve zullen worden vernietigd. De inspecteur had het bezwaar dus kennelijk ongegrond in plaats van kennelijk niet-ontvankelijk moeten verklaren en moeten vaststellen dat de boete inmiddels ambtshalve is vernietigd. Het beroep is slechts in zoverre gegrond. X krijgt geen bezwaarkostenvergoeding, omdat het bezwaar alsnog ongegrond wordt verklaard. X krijgt wel een proceskostenvergoeding van € 187 (wegingsfactor 0,25).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Algemene wet bestuursrecht 7:15

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Dossiers: Corona

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 11 maart

85

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen