De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op de aan hem voorgelegde vragen betreffende de brief van 12 februari 2015 over de analyse van de vennootschapsbelastingopbrengsten in de periode 2000-2011.

Brief Staatssecretaris van Financiën, 1 april 2015, nr. AFP2015-255-U  

De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op de aan hem voorgelegde vragen betreffende de brief van 12 februari 2015 over de analyse van de vennootschapsbelastingopbrengsten in de periode 2000-2011. Hij deelt onder meer mee dat er geen onderzoek is gedaan naar de ontwikkeling van de afdracht door Bijzondere Financiële Instellingen sinds de invoering van de verscherpte substance-eisen. De aanpassing van de substance-eisen was er nl. op gericht om informatie met verdragspartners te kunnen uitwisselen in gevallen die daartoe aanleiding geven en niet op het verhogen van de belastingafdracht. Verder deelt hij mee dat er geen onderzoek is gedaan naar een eventuele afname door de substance-eisen van het aantal belastingplichtigen dat zich kan beroepen op belastingverdragen. Hij merkt daarbij op dat het antwoord op de vraag of een inwoner van Nederland een beroep kan doen op verdragsvoordelen niet beïnvloed wordt door de aanpassing van de substance-eisen die Nederland eenzijdig heeft ingevoerd. Wel zal de bronstaat door deze informatie een beter beeld krijgen van de relevante feiten en omstandigheden.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 7 april

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen