Brief Staatssecretaris van Financiën, 5 september 2014, nr. IZV/2014/357 M
De Staatssecretaris van Financiën heeft een brief aan de Tweede Kamer geschreven waarin hij ingaat op nog niet beantwoorde vragen die gesteld zijn tijdens het debat over de goedkeuring van het belastingverdrag Nederland-Duitsland en op het bij het verdrag behorende wijzigingsprotocol. Hij deelt mee dat inmiddels ambtelijke overeenstemming is bereikt over dit wijzigingsprotocol. Zo is de oorspronkelijk voorgenomen woonstaatheffing nu niet alleen voor piloten maar ook voor zeevarenden van de baan. Verder is op Duits verzoek via het wijzigingsprotocol de toepassing van de grens van € 15.000 in artikel 17 van het Verdrag verduidelijkt om buiten twijfel te stellen dat bij de bepaling of deze grens wordt overschreden alle onder artikel 17 ressorterende uitkeringen per belastingplichtige tezamen worden genomen. Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd. Op vragen over werkzaamheden buitengaats deelt de staatssecretaris mee dat het Nederlandse verdragsbeleid er op gericht is de nationale heffingsmogelijkheden over alle activiteiten die worden verricht in, op of boven het Noorzeewinningsgebied te kunnen toepassen onder de belastingverdragen. Hiertoe worden in de verdragen specifieke bepalingen opgenomen die betrekking hebben op werkzaamheden buitengaats. Verder deelt hij mee dat belastingplichtigen die in het bezit zijn van een verdragsverklaring tijdig geïnformeerd zullen worden over de gevolgen van het Verdrag en de mogelijkheid gebruik te maken van de overgangsregeling van één jaar. Afgegeven verdragsbepalingen worden dus niet op voorhand ingetrokken. Voor de in Duitsland wonende gepensioneerden geldt dat de Belastingdienst deze bij het van toepassing worden van het Verdrag actief zal benaderen met de vraag of zij kiezen voor de overgangstermijn van een jaar.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 9 september