De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op vragen van de Tweede Kamerleden Dik-Faber (CU) en Geurts (CDA) over de heffing van btw op subsidies voor rietlandbeheerders in de Weerribben en Wieden.
In de huidige situatie wordt er voor de btw-heffing van uitgegaan dat de provincie Overrijssel de subsidies voor rietlandbeheer toekent aan de terreineigenaar en dat de terreineigenaar op zijn beurt rietlandbeheerders tegen betaling inschakelt voor rietlandbeheer. De rietlandbeheerder verricht dan tegen betaling een natuurbeheerdienst aan de terreineigenaar waarover btw-heffing plaatsvindt.
De staatssecretaris stelt dat het natuurbeheer dat wordt verricht door de rietlandbeheerders zonder btw-heffing kan plaatsvinden als de provincie de subsidies toekent aan de rietlandbeheerders in plaats van aan de terreineigenaren. Ook als de provincie de subsidie verleent aan de rietlandbeheerders gezamenlijk (bijvoorbeeld in de vorm van een collectief) kan de subsidie buiten de btw-heffing blijven. Een andere optie is dat een entiteit wordt gevormd bestaande uit terreineigenaren en rietlandbeheerders en dat de subsidie aan die entiteit wordt toegekend. Deze entiteit en dus niet een of meer deelnemers van die entiteit, moet dan zeggenschap hebben over het uit te voeren beheer van het natuurterrein waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 26 januari