In een brief aan de Eerste Kamer beantwoordt staatssecretaris Wiebes van Financiën vragen over het verschil tussen een bepaald elders verzekerd deel en een onbepaald elders verzekerd deel.

 De vragen zijn gesteld naar aanleiding van zijn brief van 10 februari 2017 (V-N 2017/10.7). Volgens de staatssecretaris klopt het dat een overgang van een verplichting ingevolge een elders verzekerd deel van een PEB naar het eigenbeheerlichaam niet meer zonder fiscale consequenties mogelijk is na het einde van de coulanceperiode. Het is echter niet zo dat de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer tot een dergelijke overgang dwingt. Verder moet onderscheid gemaakt worden tussen de verschillende rollen die een vennootschap kan hebben. Ook ingeval de vennootschap die de pensioentoezegging heeft gedaan (de werkgever-bv) zelf als verzekeraar van (een deel van) de pensioenregeling optreedt, dient onderscheid te worden gemaakt tussen de rol van werkgever en de rol van verzekeraar/uitvoerder. Daarnaast dient onderscheid te worden gemaakt tussen de situatie van een dekkingspolis en de situatie van een gesplitste uitvoering van een pensioenregeling. De pensioenverplichting jegens de dga staat slechts op de passiefzijde van de balans van de werkgever-bv (het eigenbeheerlichaam), voor zover het eigenbeheerlichaam als verzekeraar/uitvoerder van de pensioenregeling optreedt.

Zowel in de situatie waarin de premiebetaling aan de verzekeraar voor het elders verzekerde onbepaalde gedeelte wordt stopgezet als de situatie waarin deze wordt voortgezet, moet de pensioentoezegging van de werkgever-bv aan de dga worden aangepast. In beide situaties is aanpassing van de pensioenbrief nodig.

Lees ook het thema Pensioen in eigen beheer: het verleden en de toekomst.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Dossiers: Prinsjesdag 2016

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 14 april

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen