De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op Tweede Kamervragen over de consequenties van de invoering van de Wet uniformering loonbegrip op 1 januari 2013.

Brief Staatssecretaris van Financiën, 26 april 2013, nr. DB 2013/93 U  

De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op Tweede Kamervragen over de consequenties van de invoering van de Wet uniformering loonbegrip (Wet ULB) op 1 januari 2013. Hij deelt mee dat de invoering van de Wet ULB een omvangrijke maar ook een noodzakelijke vereenvoudigingsoperatie is geweest waarbij met bijna € 8 miljard aan belastinggeld is geschoven. Zo'n omvangrijke operatie is (zonder additionele budgettaire ruimte) niet goed mogelijk zonder dat daar positieve maar ook negatieve, individuele inkomenseffecten uit voortvloeien. Kort samengevat behandelt hij de algemene inkomenseffecten, de inkomenseffecten voor specifieke groepen, de communicatie over de Wet ULB en de toegezegde evaluatie van de invoering van de Wet ULB. Hij stelt dat als algemene lijn geldt dat voor specifieke groepen geen koopkrachtcompensatie via de fiscaliteit mogelijk is. Het staat werkgevers in Nederland echter vrij om werknemers ter compensatie voor een achteruitgang door maatregelen van de overheid in het nettoloon een vergoeding te geven (al dan niet als een vergoeding uit de vrije ruimte van de werkkostenregeling, als een belaste vergoeding of als ander loon). Zo heeft de Minister van Defensie compensatie toegezegd voor de gevolgen van de Wet ULB in haar rol van werkgever van militairen in actieve dienst.  

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Editie: 2 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen