Brief Minister voor Wonen en Rijksdienst van 11 maart 2013, nr. 2013-0000142912
De minister voor Wonen en Rijksdienst heeft mede namens de staatssecretaris van Financiën geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Jansen over de nieuwe financieringsconstructie voor koopwoningen uit het woningakkoord. Het gaat dan over de hypothecaire lening en de zogenaamde tweede lening. Hij merkt op dat in algemene zin zich niets verzet tegen het tegelijk vestigen van de beide leningen door middel van één notariële akte. Het is de verwachting dat een dergelijke akte met twee leningen uitvoeriger is dan een akte met alleen de annuïtaire lening. Waarschijnlijk leidt dit tot iets hogere kosten. Wanneer de tweede lening op een later moment wordt gevestigd is een aparte notariële akte nodig. Verder stelt hij dat de aflossingshypotheek met de tweede lening niet op voorhand geschikt is voor iedere groep consumenten. Indien direct bij het aangaan van de hypothecaire schuld gebruik wordt gemaakt van een tweede lening zal de totale schuld ten opzichte van de waarde van de woning gedurende (en na) de looptijd op een hoger niveau liggen dan bij consumenten die geen aanvullende lening afsluiten. Indien in zo'n geval een woning tussentijds wordt verkocht, is de kans groter dat de schuld niet volledig betaald kan worden uit de verkoopopbrengst van de woning. Dat vergroot de risico's voor de consument en de kredietverstrekker. Hierbij moet evenwel in ogenschouw genomen worden dat maximaal 50% van de waarde van de woning aflossingsvrij gefinancierd mag worden.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Belastingrecht algemeen
Regelgevende instantie: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Editie: 14 maart