Brief Staatssecretaris van Financiën, 4 juli 2014 DGB/2014/3331 U
De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op vragen van de Tweede Kamerleden Karabulut en Merkies over het niet toepassen van de beslagvrije voet door de Belastingdienst. Hij vindt dat er geen verschil van mening over bestaat dat de beslagvrije voet zowel bij de terugvordering van te hoge toeslagvoorschotten als bij de invordering van belastingaanslagen dient te worden gerespecteerd. Volgens hem worden betrokkenen hetzij vooraf geïnformeerd over de financiële consequenties van het beslag of de verrekening (loonbeslag, verreweg de meeste verrekeningen) met de mogelijkheid eventuele inbreuken op de beslagvrije voet die daarbij zouden kunnen plaatsvinden te voorkomen, hetzij achteraf geïnformeerd (bankbeslag, klein deel van de verrekeningen) met het aanbod het gelegde beslag of de toegepaste verrekening zo nodig ongedaan te maken. Voor een correcte en tijdige toepassing van de beslagvrije voet is de Belastingdienst afhankelijk van informatie van betrokkene omdat die zelf het beste inzicht heeft in zijn actuele inkomsten en uitgaven. Zodra een burger een beroep doet op de beslagvrije voet, wordt dit beroep in behandeling genomen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Invordering
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 11 juli