Het moment waarop grensoverschrijdende constructies uiterlijk moeten worden gemeld, is voorgeschreven in de conceptversie van de wijziging van het Uitvoeringsbesluit internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen. Staatssecretaris Snel van Financiën heeft de conceptversie naar de Tweede Kamer gestuurd als bijlage bij schriftelijke antwoorden op een deel van de vragen die zijn gesteld tijdens het wetgevingsoverleg van 28 oktober 2019 over het pakket Belastingplan 2020.
Intermediairs en relevante belastingplichtigen moeten tot melding overgaan binnen dertig dagen te rekenen vanaf a) de dag na de dag waarop de ‘DAC6-constructie’ voor implementatie beschikbaar is gesteld, b) de dag na de dag waarop de ‘DAC6-constructie’ gereed is gekomen implementatie of c) het moment waarop de eerste stap in de implementatie van de ‘DAC6-constructie’ is gezet.
Andere zaken die aan de orde komen in de antwoorden:
- De evaluatie van de verhuurderheffing zal eerste kwartaal 2020 naar de Tweede Kamer worden gestuurd, met een kabinetsreactie over het vervolg van de verhuurderheffing.
- Het externe onderzoek naar een differentiatie in de overdrachtsbelasting voor starters en beleggers loopt en wordt naar verwachting einde van dit jaar afgerond.
- De OESO zal in november een publieke consultatie starten over de maatregelen van pijler 2, het waarborgen dat internationaal opererende ondernemingen altijd een minimumniveau aan winstbelasting betalen.
- De maatregelen uit het wetsvoorstel implementatie ATAD2 hebben een prohibitief karakter en zijn effectiever als samenloop niet wordt geregeld. Het kabinet zal eventuele nieuwe constructies bestrijden door aanpassing van de wet. Het is niet mogelijk en niet wenselijk om door middel van een AMvB tegen belastingontwijking op te treden.
- Het kunnen opleggen van een correcte voorlopige aanslag is een belangrijke reden dat inwerkingtreding van een box 3-wijziging eerder dan 2022 niet goed mogelijk is. Een groep personen zal op de voorlopige aanslag teveel betalen en dit bij de definitieve aanslag terug krijgen. Er is echter ook een groep die te weinig zal betalen tijdens een jaar en later onverwacht moet bijbetalen. Dit pakt voor burgers erg vervelend uit. Indicatief voor het aantal belastingplichtigen dat een hogere definitieve aanslag dan een voorlopige aanslag krijgt is het aantal belastingplichtigen dat onder het voorgestelde systeem meer gaat betalen. Dat zijn 1,1 miljoen belastingplichtigen waarvan 360.000 die meer dan € 1000 meer gaan betalen. In de beantwoording op Kamervragen in het kader van de aanpassing van box 3 is abusievelijk een aantal van 400.000 belastingplichtigen gemeld dat meer belasting gaat betalen.
- Een verhoging van het heffingvrije vermogen dan wel een aanpassing van de forfaitaire rendementen in box 3 is uitvoeringstechnisch mogelijk per 2020. Dit zou echter een omvangrijke derving tot gevolg hebben. Grotere spaarders zijn met een dergelijke maatregel beperkt geholpen en voor een groot deel zou de lastenverlichting terechtkomen bij de groep die vooral belegt. Verder is het kabinet geen voorstander van een uitzondering van letselschadevergoedingen van de grondslag van box 3.
- Binnenkort geeft de staatssecretaris een nadere analyse van het Starbucksarrest en informeert hij de Tweede Kamer over de eventueel mogelijke vervolgstappen.
- Het wetsvoorstel met de aanpassing van de liquidatie- en stakingsverliesregeling wordt op Prinsjesdag in 2020 ingediend met als doel de maatregelen per 1 januari 2021 in werking te laten treden.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingrecht algemeen
Dossiers: Prinsjesdag 2019
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 4 november