Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen sturen de Tweede Kamer de schriftelijke antwoorden op vragen die zijn gesteld tijdens het wetgevingsoverleg van 18 oktober 2023 over wetsvoorstellen op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het pakket Belastingplan 2024.

Het kabinet verlaagt het afbouwpunt voor paren omdat door de intensiveringen van het kindgebonden budget in 2023 en 2024 inmiddels ook zeer hoge inkomens kindgebonden budget kunnen aanvragen. Dit betekent dat zonder de verlaging van het afbouwpunt huishoudens met een nog hoger inkomen recht krijgen op kindgebonden budget.

Het kabinet kiest ervoor om de extra middelen voor het kindgebonden budget terecht te laten komen bij gezinnen met midden en lage inkomens, en meer en oudere kinderen in het bijzonder. Door de verlaging van de inkomensafbouwgrens voor paren van het kindgebonden budget kan er voor werkenden in alleen- en tweeverdienershuishoudens met kinderen tot 18 jaar een overlap ontstaan tussen de afbouwpaden van huurtoeslag en kindgebonden budget.

Ook gaan de ministers onder andere in op het wetsvoorstel tot wijziging van de Algemene nabestaandenwet en de Participatiewet in verband met het in 2024 niet afbouwen van de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet

Dossiers: Prinsjesdag 2023

Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Editie: 24 oktober

213

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen