X heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in Nederland. Hij ontvangt in 2018 een uitkering van € 987 krachtens de Algemene Ouderdomsverzekering van Curaçao. De aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) is vastgesteld naar een bijdrage inkomen van € 987. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is op de uitkering geen inkomensafhankelijke bijdrage Zvw ingehouden, zodat X deze (€ 55) zelf moet voldoen. X stelt in hoger beroep dat Nederland vanwege de status van het land Curaçao binnen het Koninkrijk geen sociale premies over de uitkering mag heffen, omdat Curaçao geen bijdrage Zvw kent en daarom die premies niet heft.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X in Nederland woont en daarom hier verplicht verzekerd en premieplichtig is. De ontvangen AOV telt mee in de grondslag voor het bepalen van het bijdrage-inkomen. De behandeling van de uitkering in Curaçao maakt dat niet anders en X stelt ook vergeefs dat vanwege de uitkering een korting op zijn AOW wordt toegepast. De Belastingregeling voor het Koninkrijk (BRK) en het Besluit ter voorkoming van dubbele belasting 2001 zien alleen op te heffen belastingen en niet op premies. Ook het Statuut bevat geen regels over de verdeling van de bevoegdheid om premies voor sociale verzekeringen te heffen. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.101
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Belastingen overzeese Rijksdelen, Internationaal belastingrecht, Loonbelasting
Editie: 5 september
Informatiesoort: VN Vandaag