Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X in Nederland woont en daarom hier verplicht verzekerd en premieplichtig is voor de Zorgverzekeringswet. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in Nederland. Hij ontvangt in 2018 een uitkering van € 987 krachtens de Algemene Ouderdomsverzekering (AOV) van Curaçao. De aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zvw is vastgesteld naar een bijdrage inkomen van € 987. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is op de uitkering geen inkomensafhankelijke bijdrage Zvw ingehouden, zodat X deze (€ 55) zelf moet voldoen. X stelt in hoger beroep dat Nederland vanwege de status van het land Curaçao binnen het Koninkrijk geen sociale premies over de uitkering mag heffen, omdat Curaçao geen bijdrage Zvw kent en daarom die premies niet heft.

Hof ’s-Hertogenbosch (V-N 2023/43.1.3) oordeelt dat X in Nederland woont en daarom hier verplicht verzekerd en premieplichtig is. De ontvangen AOV telt mee in de grondslag van het bijdrage-inkomen. De behandeling van de uitkering in Curaçao maakt dat niet anders en X stelt ook vergeefs dat vanwege de uitkering een korting op zijn AOW wordt toegepast. De Belastingregeling voor het Koninkrijk en het Besluit ter voorkoming van dubbele belasting 2001 zien alleen op te heffen belastingen en niet op premies. Ook het Statuut bevat geen regels over de verdeling van de bevoegdheid om socialezekerheidspremies  te heffen. X' beroep is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.101

Zorgverzekeringswet 43

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Belastingen overzeese Rijksdelen, Internationaal belastingrecht, Loonbelasting

Editie: 9 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

108

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen