Vanaf 2025 wordt de ontwikkeling van de AOW-leeftijd voor 2/3-gekoppeld aan de ontwikkeling van de resterende levensverwachting op 65 jaar. Dit betekent dat elk jaar levenswinst resulteert in 8 maanden langer doorwerken en 4 maanden langer AOW-pensioen.

Ook voor de pensioenrichtleeftijd gaat deze 2/3-koppeling gelden. Dat is de strekking van het wetsvoorstel Wet verandering koppeling AOW-leeftijd dat bij de Tweede Kamer is ingediend. Het wetsvoorstel is een van de uitwerkingen van het onlangs gesloten pensioenakkoord.

Het jaar 2025 vormt een overgangsjaar. De AOW- en aanvangsleeftijd voor 2025 zijn namelijk reeds op grond van geldende 1-op-1 koppeling bekendgemaakt. Bij de vormgeving van deze koppeling is daarom een onderscheid gemaakt tussen 2025 enerzijds en de daaropvolgende jaren anderzijds.

De bepalingen met betrekking tot de AOW en de Wet LB 1964 kunnen direct na publicatie van deze wet in het Staatsblad in werking treden. De bepalingen met betrekking tot de AOW sorteren overigens pas materieel effect per 1 januari 2025 en de bepalingen met betrekking tot de Wet LB 1964 – afhankelijk van de ontwikkeling van de levensverwachting – in beginsel nog later.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 9 juli

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen