De Hoge Raad spreekt zich uit over het recht op fysieke aanwezigheid van een zitting in coronatijd.

X stelt cassatieberoep in tegen een beslissing Rechtbank Oost-Brabant in een civiele zaak. X is door de rechtbank alleen telefonisch gehoord in zijn zaak. X stelt dat dit in strijd is met het EVRM.

De Hoge Raad spreekt zich uit over het recht op fysieke aanwezigheid van een zitting in coronatijd. De rechter moet met het oog op het belang van de betrokkene steeds nagaan of een fysieke zitting mogelijk is. Is dat niet het geval, dan zal de rechter moeten kiezen voor een passende andere oplossing die zoveel mogelijk recht doet aan het belang van de betrokkenen bij een eerlijk proces. Dat kan betekenen dat de zitting plaatsvindt met een tweezijdige beeld- geluidsverbinding met de betrokkene, of als dat niet mogelijk blijkt te zijn alleen een tweezijdige geluidsverbinding met de betrokkene. In de onderhavige procedure is X alleen via een geluidsverbinding gehoord. Dit is volgens de Hoge Raad niet in strijd met het recht op een eerlijk proces.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:56

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Dossiers: Corona

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)

Editie: 9 oktober

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen