Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het Belastingverdrag Nederland-Australië niet van toepassing is op de heffing in Nederland van premies voor de sociale verzekeringswetten. Het door X genoten Australische pensioen behoort dan ook tot het premie-inkomen voor de volksverzekeringen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
X heeft naast de Australische nationaliteit ook de Nederlandse nationaliteit, en ontvangt een pensioen uit Australië. In geschil is of het door X genoten Australische pensioen behoort tot het premie-inkomen voor de volksverzekeringen.
Hof Arnhem-Leeuwarden (MK V, 19 december 2017, 17/00407 t/m 17/00413, V-N 2018/13.1.1) oordeelt dat het Belastingverdrag Nederland-Australië niet van toepassing is op de heffing in Nederland van premies voor de sociale verzekeringswetten, omdat het verdrag slechts betrekking heeft op belastingheffing. Volgens het hof is er bij de heffing van premies voor de volksverzekeringen geen sprake van belastingheffing, en is er dus ook geen sprake van dubbele belastingheffing. Ook het Verdrag Nederland-Australië inzake sociale zekerheid is volgens het hof niet van toepassing. In dit verdrag is namelijk bepaald dat het niet van toepassing is op regelingen inzake sociale en medische bijstand. Het door X genoten Australische pensioen behoort dan ook tot het premie-inkomen voor de volksverzekeringen.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet financiering sociale verzekeringen 7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Premieheffing
Instantie: Hoge Raad
Editie: 12 juli