De Hoge Raad oordeelt dat de waardedaling door schade voorafgaande aan de eerste ingebruikneming op de weg niet de conclusie kan rechtvaardigen dat de auto daadwerkelijk op de weg in gebruik is geweest.

X doet BPM-aangifte voor een uit Oostenrijk afkomstige Audi A1 Sportback met schade. De schade is ontstaan bij het transport van de auto en betreft schade aan de bumper, grill en mistlampen. De km-stand is op het moment van registratie in Nederland minder dan 22 km. In de aangifte gaat X er desondanks vanuit dat het een gebruikte auto is. In geschil is de BPM-naheffingsaanslag. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is de transportschade geen schade door gebruik van de auto als vervoermiddel, zodat het nog steeds een nieuwe auto is. Voor een nieuwe auto met soortgelijke schade op de binnenlandse markt kan evenmin een vermindering worden verkregen, zodat het EU-recht niet is geschonden. X gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat de waardedaling door schade voorafgaande aan de eerste ingebruikneming op de weg niet de conclusie kan rechtvaardigen dat de auto daadwerkelijk op de weg in gebruik is geweest. Bij registratie van een nieuwe auto wordt de verschuldigde BPM bepaald aan de hand van het dan geldende tarief. (zie HR 16 oktober 2020, 18/03720, r.o. 2.4.1 t/m 2.4.3). Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hoge Raad

Editie: 19 oktober

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen