Hof Den Haag oordeelt dat X grove schuld kan worden verweten, omdat hij: i) niet regelmatig administratie heeft gevoerd van zijn ondernemingsactiviteiten, ii) contante stortingen op de bank heeft gedaan waarvan hij de herkomst niet afdoende heeft kunnen verklaren en iii) een positief resultaat heeft behaald met contante in- en verkopen. X mocht daarbij vanwege tegenstrijdige opmerkingen niet vertrouwen op de deskundigheid van zijn adviseur (zie HR 23 september 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT2215, BNB 2011/26, V-N 2011/49.8).

X is een handelaar in gebruikte auto’s. De inspecteur constateert dat de administratie essentiële tekortkomingen vertoont en dat X bewust het risico neemt op te weinig belastingheffing. Daarom legt de inspecteur een navorderingsaanslag IB/PVV 2015 met vergrijpboete op, waarbij de bewijslast wordt omgekeerd. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de navorderingsaanslagen voor autohandelaar X berusten op een redelijke schatting. Voor de vergrijpboete oordeelt de rechtbank dat de inspecteur voorwaardelijk opzet niet heeft bewezen, maar grove schuld wel. In hoger beroep is in geschil of de navorderingsaanslag IB/PVV en 2015 terecht en tot de juiste bedragen zijn vastgesteld en of de inspecteur terecht een vergrijpboete heeft opgelegd

Hof Den Haag oordeelt dat X grove schuld kan worden verweten, omdat hij: i) niet regelmatig administratie heeft gevoerd van zijn ondernemingsactiviteiten, ii) contante stortingen op de bank heeft gedaan waarvan hij de herkomst niet afdoende heeft kunnen verklaren en iii) een positief resultaat heeft behaald met contante in- en verkopen. X mocht daarbij vanwege tegenstrijdige opmerkingen niet vertrouwen op de deskundigheid van zijn adviseur (zie HR 23 september 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT2215, BNB 2011/26, V-N 2011/49.8). Er is sprake van omkering en verzwaring van de bewijslast. De inspecteur heeft de administratie van X terecht verworpen en vervolgens een gemotiveerde schatting gemaakt van de omzet en de winst. X heeft derhalve niet de vereiste aangifte gedaan en de schatting van de inspecteur van de niet aangegeven winst berust op een redelijke schatting. X heeft het tegendeel niet aannemelijk gemaakt, laat staan doen blijken. Gelet op de omvang van de aan het licht gekomen geldstromen moet X hebben geweten dat de aangifte die hij voor de IB/PVV heeft gedaan niet juist kon zijn en dat als gevolg daarvan voor 2015 te weinig belasting zou worden geheven. Het hof acht de thans resterende boete passend, gelet op de aard van het vergrijp, en geboden uit een oogpunt van normhandhaving. X' hoger beroeps is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 2 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

385

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen