De Italiaanse X woont in Nederland. Haar inkomen bestaat uit een vergoeding voor vrijwilligerswerk, een AOW-uitkering en een Italiaans staatspensioen. X geeft de vergoeding voor vrijwilligerswerk in haar aangifte ib/pvv 2011 aan als resultaat uit overige werkzaamheden. De inspecteur merkt het totale inkomen aan als premie-inkomen voor de heffing van premies volksverzekeringen (Awbz) en als bijdrage-inkomen voor de heffing van premie Zvw. X stelt zich op het standpunt dat het Italiaanse staatspensioen ten onrechte in het premie-inkomen respectievelijk bijdrage-inkomen is betrokken. Dit is volgens X in strijd met het aan werknemers toekomende recht op vrij verkeer.
Volgens Hof 's-Hertogenbosch kwalificeren de door X verrichte vrijwilligerswerkzaamheden als werkzaamheden in de zin van artikel 11, lid 3, onderdeel a, van de Verordening (EG) nr. 883/2004. Op grond van deze bepaling is op X uitsluitend de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving van toepassing. Het Nikula-arrest (Hof van Justitie EU van 18 juli 2006, nr. C-50/05, ECLI:EU:C:2006:493) kan dan, volgens het hof, niet toegepast worden. De inspecteur heeft het Italiaanse staatspensioen dus terecht tot het premie-inkomen en bijdrage-inkomen gerekend. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet financiering sociale verzekeringen 6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Premieheffing
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 19 januari