X verricht AWBZ-thuiszorg, en beschikt over een VAR-WUO. Hij verricht de werkzaamheden voor drie thuiszorginstellingen. Naar aanleiding van een boekenonderzoek trekt de inspecteur de VAR-WUO voor het jaar 2013 in, en geeft een VAR-loon af. In zijn IB-aangifte 2013 merkt X de inkomsten aan als winst uit onderneming. De inspecteur corrigeert de aangifte.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X geen IB-ondernemer is. De rechtbank acht daarbij onder andere van belang dat X niet als toegelaten zorginstelling is aangewezen en geen contracten heeft gesloten met zorgverzekeraars. Verder stelt de rechtbank vast dat X de AWBZ gefinancierde zorg in natura heeft verricht op basis van met zorgaanbieders gesloten overeenkomsten. Volgens de rechtbank maakt X verder ook niet aannemelijk dat hij ondernemersrisico loopt. De inspecteur is er terecht van uitgegaan dat er sprake is van loon uit dienstbetrekking. Volgens de rechtbank is namelijk voldaan aan de eisen voor een dienstbetrekking:
een gezagsverhouding;
de verplichting tot het persoonlijk verrichten van arbeid;
de verplichting tot het betalen van loon.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.81
Wet inkomstenbelasting 2001 3.4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 8 september