Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de heffingsambtenaar voor het bepalen van de huurkapitalisatiewaarde ten onrechte is uitgegaan van winkelhuren in plaats van kantoorhuren.

X nv is gebruiker van een bankgebouw met een bruto-vloeroppervlak van 388 m². In geschil is de WOZ-beschikking van de Gemeente Rijssen-Holten voor 2016. Volgens de heffingsambtenaar is de waarde van het pand € 424.000. X nv stelt dat de waarde slechts € 340.000 is, uitgaande van een jaarhuur van € 39.500 en een kapitalisatiefactor van 8,6. Rechtbank Overijssel stelt de heffingsambtenaar in het gelijk. X nv gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar voor het bepalen van de huurkapitalisatiewaarde ten onrechte is uitgegaan van winkelhuren in plaats van kantoorhuren. X nv slaagt er evenmin in de waarde van € 340.000 aannemelijk te maken. Zo is het door haar overgelegde taxatierapport opgemaakt in het kader van een balanswaardering en niet in het kader van een WOZ-waardering. In goede justitie wordt de WOZ-waarde vastgesteld op € 410.000. Het beroep van X nv is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 2 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen