Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Eerdmans (JA21) over de start en het effect van handhaving van de Wet DBA.

Opdrachtgevers/werkgevers en werkenden zijn vrij om de arbeidsrelatie op een manier in te richten waarop op basis van een overeenkomst van opdracht of aanneming van werk gewerkt kan worden. Indien de feitelijke invulling van de arbeidsrelatie voldoet aan de criteria van een arbeidsovereenkomst (arbeid, loon en gezag) is sprake van schijnzelfstandigheid. Om wet- en regelgeving na te leven moeten werkgever en werkende de arbeidsrelatie anders vormgeven of een dienstbetrekking aan gaan.

Waar onduidelijkheid over de rechtspositie voor zelfstandige ondernemers leidt tot obstakels in de bedrijfsvoering is dat ongewenst en daarom heeft het kabinet in het coalitieakkoord aangekondigd om meer duidelijkheid te gaan bieden. Dat schrijft minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in antwoord op Kamervragen.

Het geldende handhavingsmoratorium betekent niet dat er door de Belastingdienst niet gehandhaafd kan worden op de kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de loonheffingen. Minister Van Gennip stelt dat gehandhaafd kan worden bij kwaadwillendheid en wanneer aanwijzingen door de Belastingdienst niet binnen een redelijke termijn zijn opgevolgd. Aanwijzingen kunnen worden gegeven in gevallen waarin de arbeidsrelatie onjuist is gekwalificeerd, zonder dat bewezen hoeft te worden dat sprake is van evidente en opzettelijke schijnzelfstandigheid. Handhaving ten aanzien van de loonheffingen naar aanleiding van een aanwijzing die niet binnen de gestelde termijn is opgevolgd, kan met terugwerkende kracht tot het moment dat de betreffende aanwijzing is gegeven. Handhaving van de kwalificatie van de arbeidsrelatie is volgens de bewindsvrouw complex, arbeidsintensief en vraagt een zware bewijslast aan de kant van de Belastingdienst.

Het vorige kabinet heeft om meer handvatten te bieden aan de praktijk ook de nodige inzet gepleegd. Zo is in 2019 een uitgebreide toelichting toegevoegd aan het Handboek Loonheffingen waarin wordt beschreven welke indicaties – in het kader van het inhouden en afdragen van loonheffingen – wijzen op de aanwezigheid van gezag en een dienstbetrekking en welke indicaties juist wijzen op werk dat buiten dienstbetrekking kan worden gedaan vanwege de afwezigheid van gezag. Daarnaast geeft de webmodule sinds 2021 opdrachtgevers meer inzicht in de criteria die van belang zijn.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Editie: 9 juni

16

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen