Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat A die bedrijfsadviseur is bij een franchiseorganisatie in het slagerijbedrijf zijn werkzaamheden als zelfstandige verricht.

Belanghebbende, X bv, exploiteert een franchiseorganisatie in het slagerijbedrijf. Bij haar zijn ruim 20 franchisenemers aangesloten, waaronder A die drie slagerijen exploiteert. Daarnaast verricht A werkzaamheden voor X bv als bedrijfsadviseur. De werkzaamheden bestaan erin dat hij slagers die franchisenemer zijn van X bv, begeleidt en vaktechnische adviezen geeft bij het exploiteren van hun slagerij. A gebruikt daarbij zijn eigen gereedschap en eigen auto. De firma van A factureert de vergoeding die X bv verschuldigd is voor de werkzaamheden van A. X bv en A hebben hun daarop betrekking hebbende overeenkomst schriftelijk vastgelegd. Volgens de inspecteur is A voor zijn werkzaamheden voor X bv verzekerd voor de werknemersverzekeringen. X is het hier niet mee eens en komt uiteindelijk in hoger beroep.

Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden heeft A zijn werkzaamheden voor X bv niet in een privaatrechtelijke dienstbetrekking verricht omdat er niet sprake is van een gezagsrelatie. A behoeft volgens het hof inhoudelijk geen aansturing, omdat hij zelf bij uitstek deskundig is. Die advisering heeft betrekking op dezelfde kennis en vaardigheden die A in zijn eigen onderneming aanwendt. A verricht zijn arbeid voor X bv als zelfstandige. Het hoger beroep van X bv is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet financiering sociale verzekeringen 59

Burgerlijk Wetboek Boek 7 610

Wet inkomstenbelasting 2001 3.6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting, Premieheffing

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 5 april

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen