Belanghebbende, X, is een woningstichting. In geschil is de WOZ-waarde 2016 van 41 van haar woningen gelegen in de gemeente Overbetuwe.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de gemeente Overbetuwe bij de WOZ-waardering ten onrechte een vergelijking maakt met de WOZ-waarde van de referentiewoningen in plaats van met de verkoopcijfers volgens de vergelijkingsmethode. Art. 4 lid 1 van de Uitvoeringsregeling instructie waardebepaling Wet WOZ schrijft dat laatste voor. Het gaat immers juist om marktgegevens. Dat de WOZ-waarden van de vergelijkingsobjecten ook tot stand zijn gekomen met behulp van de vergelijkingsmethode doet aan het voorgaande niet af. De rechtbank kan immers niet controleren of die WOZ-waarden juist zijn, nu de daaraan ten grondslag liggende gegevens niet zijn overgelegd. Gelet op het voorgaande zijn twee van de vijf vergelijkingsobjecten niet bruikbaar. Een van de vijf vergelijkingsobjecten is verkocht aan een zittende huurder en daarom evenmin bruikbaar. Bij het vierde vergelijkingsobject is ten onrechte geen rekening gehouden met een garage. Dan resteert nog één vergelijkingsobject, wat in de onderhavige situatie onvoldoende is. De rechtbank oordeelt vervolgens dat ook X haar waarden niet aannemelijk heeft gemaakt en stelt de WOZ-waarden daarom zelf vast.
Lees ook het thema over de WOZ.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 12 juli