Op dit moment wordt op Europees niveau onderhandeld over een nieuw pakket anti-witwasregelgeving. Onderdeel van dit pakket is ook een verdere aanscherping en uitwerking van het UBO-begrip. Dat antwoordt minister Kaag van Financiën naar aanleiding van vragen over de brief van 14 april 2022 met de stand van zaken van het UBO-register (V-N 2022/21.28).

De UBO-definitie is wettelijk vastgesteld, maar er zijn indicaties dat deze niet hetzelfde wordt toegepast. Meldingsplichtige instellingen zijn verplicht discrepanties tussen het eigen cliëntenonderzoek en het UBO-register te melden bij de KVK. Indien ontvankelijk wordt de discrepantie nader onderzocht door de KVK en zo nodig door Bureau Economische Handhaving (BEH).

BEH is gestart met de handhaving op de naleving van de registratieplicht in het UBO-register na het verstrijken van de deadline op 27 maart 2022. BEH zal deels risicogebaseerd en deels steekproefsgewijs de handhaving inzetten. Deze steekproefsgewijze handhaving is op dit moment echter ter uitvoering van de motie Heinen en Van Dijk opgeschort, in afwachting van het arrest van het HvJ EU over de privacyaspecten van het UBO-register.

De minister heeft verschillende onderzoeken laten verrichten naar de effectiviteit van het beleid tegen witwassen en fraudebestrijding. Hieruit blijkt dat er verdere verbeteringen mogelijk zijn. Na de zomer van 2022 gaat de minister in een reactie op de onderzoeken in op de door te voeren verbeteringen en wordt aandacht besteed aan de voortgang van de nog openstaande maatregelen uit het plan van aanpak witwassen.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 8 juli

Carrousel: Carrousel

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen