Brief Minister voor Wonen en Rijksdienst, 4 december 2014, nr. 2014-0000563453
Als iemand naar het buitenland wordt uitgezonden bestaan er twee mogelijkheden voor het beheer van de eigen woning in Nederland. De uitgezonden werknemer kan ervoor kiezen om de woning tijdens de gehele periode van de uitzending niet aan derden ter beschikking te stellen. De woning blijft zich dan kwalificeren als eigen woning en blijft belastbaar in box 1. De tweede mogelijkheid is om de woning te verhuren of ter beschikking te stellen aan derden, in welk geval de uitgezonden werknemer huurinkomsten kan genereren en eventuele nadelige gevolgen van leegstand voor de technische staat van de woning kan voorkomen. Het is dan niet mogelijk om de woning aan te merken als eigen woning. De woning en de bijbehorende schuld zijn in dat geval belastbaar in box 3. Vanaf het moment dat de uitgezonden werknemer weer terugkeert naar die woning en die woning hem weer als hoofdverblijf te beschikking staat, verhuist de woning terug naar box 1.
Het is dus niet mogelijk om bij uitzending naar het buitenland de woning bij verhuur tijdens de uitzending als eigen woning in box 1 aan te merken.
Dit heeft de Minister voor Wonen en Rijksdienst mede namens de Staatssecretaris van Financiën aan de Tweede Kamer medegedeeld naar aanleiding van een brief over "rechtsongelijkheid belastingdienst eigen woning" die de commissie voor Rijksdienst en Wonen ontvangen heeft.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Editie: 9 december