Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur voor 2013 wel een nieuw feit heeft, maar dat er gelet op de winsten in 2018 tot en met 2022 toch weer een objectieve voordeelsverwachting is.
X is geboren in 1941 en exploiteert al decennialang een akkerbouwbedrijf. Vanaf 2013 wordt de onderneming in vof-verband met zijn echtgenote en dochter geëxploiteerd. Voor 2013 stelt de inspecteur na een boekenonderzoek in 2016 de bronvraag ter discussie. In de periode 2007 tot en met 2016 zijn namelijk alleen in 2007 en 2008 positieve resultaten behaald. Volgens de inspecteur is de onderneming daarom in 2013 gestaakt. In geschil is de navorderingsaanslag over dat jaar. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur voor 2013 wel een nieuw feit heeft, maar dat er gelet op de winsten in 2018 tot en met 2022 toch weer een objectieve voordeelsverwachting is. De tot en met 2017 geleden verliezen kunnen deels worden verklaard door mislukte oogsten, psychische problemen van X en het omschakelen van de aardappelen- en bietenteelt naar de graanteelt op een veel kleiner areaal. Alhoewel de graanprijzen op lange termijn onzeker zijn, betekent dit zeker niet dat de thans aanwezige winstgevendheid in de nabije toekomst substantieel lager zal zijn. De navorderingsaanslag wordt vernietigd.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.5
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 23 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag