X drijft een eenmanszaak. In zijn aangifte inkomstenbelasting over 2008 heeft X aanvankelijk aangegeven geen winst uit onderneming te hebben behaald. Wel claimt X zelfstandigenaftrek. Uit de aangiften omzetbelasting blijkt dat X in 2008 een omzet heeft behaald van € 39.641. Op het verzoek van de inspecteur om inlichtingen heeft X niet gereageerd. De inspecteur wijkt af van de aangifte. In oktober 2011 heeft X alsnog een (aanvullende) aangifte gedaan, waaruit een belastbaar inkomen uit werk en woning blijkt van € 33.597. In geschil is of X de vereiste aangifte heeft gedaan. Voorts is in geschil of de door X gehouden effectenportefeuille tot zijn ondernemingsvermogen moet worden gerekend.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X over 2008 niet de vereiste aangifte heeft gedaan. Het hof acht het aannemelijk dat X zich van de vermelde onjuistheden bewust is geweest en dat hij zich realiseerde dat daardoor een aanzienlijk bedrag aan verschuldigde belasting niet zou worden geheven. Voorts heeft X niet aannemelijk gemaakt dat er sprake is van het beleggen binnen de onderneming van tijdelijk overtollige liquiditeiten. De effectenportefeuille behoort niet tot het ondernemingsvermogen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 8