X komt in bezwaar en beroep tegen de WOZ-waarde 2020 van zijn woning in de gemeente Meijerijstad.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat X zijn standpunt over de WOZ-waardering te laat heeft onderbouwd. In het beroepschrift wordt ongemotiveerd de onderbouwing van de waarde (waaronder de toegepaste KOUDV-factoren) ter discussie gesteld. In het tien maanden voor de zitting ingediende verweerschrift geeft de heffingsambtenaar aan zonder die onderbouwing niet inhoudelijk op het standpunt te kunnen reageren. X onderbouwt dit standpunt pas ter zitting, zonder hiervoor een goede reden te noemen. Die onderbouwing laat de rechtbank wegens strijd met de goede procesorde buiten beschouwing. De overige beroepsgronden van X slagen niet. De heffingsambtenaar heeft aannemelijk gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog is en X heeft geen onderbouwing geleverd voor de door hem bepleite waarde. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:58
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 30 december