Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen een WOZ-beschikking 2018. De heffingsambtenaar van de gemeente Venray verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk omdat pas na afloop van de termijn een (aanvullend) bezwaarschrift is binnengekomen. X stelt dat hij wel degelijk binnen de termijn (per fax) bezwaar heeft gemaakt.
Rechtbank Limburg oordeelt dat de gemeente Venray het bezwaar van X ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. X heeft volgens de rechtbank met het verzendrapport en de overzichtslijst van alle door de gemachtigde ingediende bezwaarschriften aannemelijk gemaakt dat binnen de termijn bezwaar is gemaakt. De heffingsambtenaar stelt dat hij enkel een machtiging heeft ontvangen, maar geen bezwaarschrift. Uit de stukken die X heeft overgelegd en zijn toelichting blijkt echter dat voorafgaand aan de machtiging (met de aanduiding 2/2) ook een pro forma bezwaarschrift is gefaxt (met aanduiding 1/2). De rechtbank verklaart het bezwaar alsnog ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Algemene wet bestuursrecht 6:7