X stelt beroep in tegen naheffingsaanslagen omzetbelasting over de jaren 2015 tot en met 2018. Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart de beroepen na een vereenvoudigde behandeling niet-ontvankelijk. X komt hiertegen in verzet. Ook vindt hij het niet terecht dat viermaal griffierecht is geheven.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de beslissing van de rechtbank over de ontvankelijkheid in stand kan blijven. De beroepschriften van X zijn buiten de termijn door de rechtbank ontvangen, maar nog wel binnen een week na afloop van die termijn. De beroepen zijn niet ontvankelijk omdat X niet bewijst dat hij de beroepschriften binnen de beroepstermijn ter post heeft bezorgd. De enkele stelling van X dat poststukken altijd op de dag van de dagtekening ter post worden bezorgd, is onvoldoende. Met betrekking tot het griffierecht oordeelt de rechtbank dat terecht viermaal griffierecht is geheven omdat sprake is van vier afzonderlijke beroepschriften. Het verzet van X is ongegrond. De buiten-zittinguitspraak van de rechtbank blijft in stand.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:54
Algemene wet bestuursrecht 8:41
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 5 december
Informatiesoort: VN Vandaag