Hof Amsterdam oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk maakt dat hij aan het urencriterium voldoet om in aanmerking te komen voor zelfstandigenaftrek.  

X voert onder zijn eigen naam het zelfstandige beroep van belastingadviseur uit. In hoger beroep voor Hof Amsterdam is onder meer in geschil of X voldoet aan het urencriterium voor toepassing van de zelfstandigenaftrek over de jaren 2001 tot en met 2004.

Hof Amsterdam oordeelt dat X niet voldoet aan het urencriterium voor toepassing van de zelfstandigenaftrek. Het hof is van oordeel dat het op X' weg ligt op enigerlei wijze aannemelijk te maken dat hij in de onderhavige jaren tenminste 1225 uren voor zijn onderneming heeft gewerkt. X heeft hiertoe een overzicht overlegd. Het is aannemelijk dat dit overzicht kort vóór de zitting is opgesteld, dus acht tot elf jaar na de jaren waarop het overzicht ziet. Het overzicht is derhalve niet meer dan een globale schatting en is in ieder geval onvoldoende betrouwbaar. Ter zitting heeft X het aanbod gedaan om zelf onder ede te verklaren dat hij wel aan het urencriterium heeft voldaan. Het hof heeft dit aanbod gepasseerd omdat in een belastingprocedure voor een partijverklaring onder ede geen plaats is. X' hoger beroep moet op dit punt worden verworpen. Voor zover de inspecteur heeft gesteld dat er sprake is van winstverschuiving, slaagt X' hoger beroep.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Belastingrecht algemeen

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 27 augustus

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen