Belanghebbenden zijn de erfgenamen van A, die in 2013 is overleden. De Belastingdienst heeft het vermoeden dat in Nederland belasting is ontweken door een schenking door A aan een naar Antilliaans recht opgerichte Stichting Particulier Fonds, en stelt in dat kader vragen aan belanghebbenden. Hof Arnhem-Leeuwarden acht het aannemelijk dat belanghebbenden over de gevraagde informatie hebben beschikt. Nu belanghebbenden ervoor hebben gekozen deze informatie niet te verstrekken, heeft de inspecteur terecht een informatiebeschikking opgelegd. Het hof stelt geen nieuwe termijn omdat in dit geval de schending van de inlichtingenplicht zich niet leent voor herstel, omdat belanghebbenden hebben verklaard niet langer over de gevraagde administraties te beschikken.
De Hoge Raad oordeelt dat de informatieplicht van art. 47 AWR ook betrekking heeft op informatie die zich bevindt op gegevensdragers van een derde, maar waartoe de belanghebbende wel toegang heeft. De betreffende belanghebbende moet bij de beantwoording van de vragen van de inspecteur gebruik maken van deze gegevensdragers en deze desgevraagd ter beschikking stellen van de inspecteur. Dit zonder de voldoening van het verzoek afhankelijk te kunnen stellen van instemming door deze derde die hem de gegevensdragers, al dan niet tijdelijk, ter beschikking heeft gesteld. In het oordeel van het hof ligt besloten dat het niet van belang is of degene die aan belanghebbenden de administraties tijdelijk ter beschikking heeft gesteld, toestemming heeft gegeven om deze te delen met de inspecteur. Dit oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Onder verwijzing naar het arrest van heden met nr. 16/02729, verwerpt de Hoge Raad het standpunt van belanghebbenden dat alleen de rechter die moet oordelen over de aanslag kan beoordelen of de onherroepelijke informatiebeschikking moet leiden tot omkering van de bewijslast. Het cassatieberoep van belanghebbenden is ongegrond.
Lees nook het thema De Informatieverplichting.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47