Belanghebbende, X, drijft een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. Tot het vermogen van de onderneming behoort een auto, waarvan X geen sluitende rittenadministratie heeft bijgehouden. X reconstrueert deze achteraf. Zowel in bezwaar, beroep als in hoger beroep verstrekt X van elkaar afwijkende versies van rittenregistraties over de verschillende jaren. Het geschil spitst zich toe op de vraag of X overtuigend aantoont dat hij de auto, in de jaren 2012 tot en met 2016, jaarlijks niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden heeft gebruikt.
Het Hof beslist dat X voor de jaren 2012 tot en met 2016 niet aan de op hem rustende (zware) bewijslast heeft voldaan. Zo zijn de rittenregistraties tot driemaal toe gecorrigeerd, waarbij ritten zijn vervallen en toegevoegd. Ook komen de in de facturen gedeclareerde kilometers niet overeen met de kilometers in de rittenregistraties. Het hoger beroep van X is ongegrond en van de inspecteur gegrond.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 9
Wet inkomstenbelasting 2001 3.20
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 6 april