Het opheffen van het handhavingsmoratorium betekent dat vanaf 1 januari 2025 met terugwerkende kracht naheffingsaanslagen loonheffingen opgelegd kunnen worden. De naheffingsaanslagen kunnen niet verder terug opgelegd worden dan tot 1 januari 2025, tenzij er sprake is van kwaadwillendheid of indien een aanwijzing niet is opgevolgd. Dit betekent feitelijk ook dat een ingroeimodel van toepassing is tot 2030. Naar aanleiding van de motie Aartsen c.s. zorgt de Belastingdienst voor een zachtere landing na het opheffen van het handhavingsmoratorium. Bij het risicogerichte toezicht op schijnzelfstandigheid krijgt de ondernemer eerst de kans om zijn bedrijfsvoering te verbeteren. Naar aanleiding van de motie Flach-Aartsen zal de Belastingdienst in 2025 geen verzuim- en vergrijpboetes opleggen. Ook blijven, naar aanleiding van de motie Van Oostenbruggen c.s., alle goedgekeurde modelovereenkomsten tot eind 2029 van kracht. Omdat het doel is de kwalificatie van arbeidsrelaties te normaliseren, krijgt dit vanaf 1 januari 2026 weer vorm binnen de reguliere handhavingsplannen.
Wetsartikelen:
Rubriek: Loonbelasting, Inkomstenbelasting, Belastingrecht algemeen
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 19 december
Informatiesoort: VN Vandaag