Uit de evaluatie over de doelstellingen, de regelgeving en de uitvoering bij de vaststelling van de fiscale woonplaats blijkt dat de Belastingdienst voldoende ruimte heeft voor maatwerk. Dit schrijft staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën aan de Tweede Kamer.

De open wettelijke norm van art. 4 AWR, de brede wettelijke informatiebevoegdheden en de toenemende internationale regelgeving over gegevensuitwisseling zijn daartoe voldoende. De evaluatie heeft plaatsgevonden naar aanleiding van een motie van de leden Idsinga (NSC) en Van Eijk (VVD) over de belastingheffing van zeer vermogende personen en de vaststelling van de fiscale woonplaats.

Uit de evaluatie komen twee aandachtspunten naar voren: de beperkte bereidwilligheid om mee te werken aan een informatieverzoek en de uniforme werkwijze bij het uitvoeren van woonplaatsonderzoeken. Met betrekking tot de medewerking aan een informatieverzoek zal worden onderzocht of de informatiepositie van de inspecteur aanvullend verbeterd kan worden. Ter verbetering van de uniforme werkwijze is inmiddels een instructie opgesteld.

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 4

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 9 april

Informatiesoort: VN Vandaag

Focus: Focus

1428

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen