Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de Belastingdienst/Toeslagen bij de berekening van de huurtoeslag van X ten onrechte de vader van X heeft aangemerkt als medebewoner. De definitieve huurtoeslag is ten onrechte vastgesteld op nihil.

De Belastingdienst/Toeslagen kent aan belanghebbende, X, een voorschot huurtoeslag toe voor het jaar 2014 van € 3701. Het voorschot wordt later gewijzigd naar € 3253. Vervolgens stelt de Belastingdienst/Toeslagen de huurtoeslag definitief vast op nihil en wordt het voorschot teruggevorderd. Bij de definitieve berekening houdt de Belastingdienst/Toeslagen rekening met het inkomen van de vader van X die op hetzelfde adres staat ingeschreven.

Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de Belastingdienst/Toeslagen bij de berekening van de huurtoeslag van X ten onrechte de vader van X heeft aangemerkt als medebewoner. X heeft aannemelijk gemaakt dat haar vader, hoewel deze wel staat ingeschreven, feitelijk niet woonachtig was op het adres van X. De Belastingdienst/Toeslagen heeft ten onrechte het inkomen van de vader in aanmerking genomen. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en vernietigt het besluit waarbij de huurtoeslag van X werd vastgesteld op nihil.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de huurtoeslag 9-2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet

Instantie: Rechtbank Amsterdam

Editie: 11 januari

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen