Belanghebbende, X, geniet over 2015 een zorgtoeslag van € 580. Naar aanleiding van een definitieve aanslag IB/PVV 2015 met een verzamelinkomen van € 27.104 besluit de Belastingdienst/Toeslagen de toeslag te herzien naar nihil. X stelt dat de toeslag ten onrechte is herzien aangezien van een onjuist toetsingsinkomen is uitgegaan. X stelt dat de Belastingdienst/Toeslagen het bezwaar van X tegen de aanslag had moeten afwachten.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de Belastingdienst/Toeslagen niet hoefde te wachten met het herzien van de zorgtoeslag totdat was beslist op het bezwaar van X tegen de aanslag IB/PVV 2015. Bij de toepassing van art. 20 Awir geldt, anders dan X mogelijk meent, niet de voorwaarde dat pas kan worden herzien als er geen procedure meer loopt tegen de definitieve aanslag IB/PVV. De Belastingdienst/Toeslagen heeft de definitieve berekening zorgtoeslag 2015 - gelet op het toetsingsinkomen van X - terecht herzien naar nihil. Het beroep van X is ongegrond. Mocht het bezwaar van X leiden tot een lager verzamelinkomen, dan zal de Belastingdienst/Toeslagen de zorgtoeslag ambtshalve herzien.
Wetsartikelen:
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 20
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 15 augustus