Naar aanleiding van de vragen van Kamerlid Omtzigt (CDA) over het bericht dat de inspecteur heeft besloten om de RVU-boete van bijna € 200 miljoen aan de Belastingdienst voor de gouden handdrukken kwijt te schelden heeft Staatssecretaris Snel gereageerd in een brief aan de Tweede Kamer.
De Hoge Raad heeft in een procedure (V-N 2018/34.13) over de pseudo-eindheffing bij een regeling vervroegd uittreden (RVU) criteria geformuleerd wanneer er sprake is van een RVU. Na het arrest is de vertrekregeling bij de Belastingdienst beoordeeld rekening houdend met deze criteria en is vastgesteld dat de vertrekregeling geen RVU is. Er was daarom geen RVU-eindheffing verschuldigd.
Het Ministerie van Financiën heeft over de uitkeringen inzake de vertrekregeling wel RVU eindheffing afgedragen en formeel bezwaar gemaakt tegen de eigen aangiften in afwachting van de uitkomsten van de procedure. De in het verleden betaalde RVU eindheffing van circa € 95 miljoen wordt terugbetaald in 2019. Daarnaast vallen de gereserveerde budgetten voor 2019 en 2020 van in totaal € 73 miljoen vrij. De vrijgekomen bedragen zullen worden betrokken in de voorjaarsbesluitvorming van 2019.
De inmiddels achterhaalde beleidsbesluiten over RVU’s, zoals V-N 2014/2.12, zullen worden ingetrokken bij een actualisering van het verzamelbesluit pensioenen. Daarnaast zal de Belastingdienst een handreiking RVU publiceren op de website www.belastingdienstpensioensite.nl.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 17 december