De heer X dient ruim drie maanden te laat zijn IB-aangifte over 2011 in. In geschil is of op 6 december 2013 terecht een verzuimboete is opgelegd. De boete was aanvankelijk € 226, doch is conform § 21 BBBB 2014 (16 december 2013, nr. BLKB2013/1814, V-N 2014/2.3) bij uitspraak op bezwaar verlaagd tot € 49. X stelt dat de boetebeschikking onbevoegd is genomen, omdat dit geautomatiseerd, zonder tussenkomst van de inspecteur, is gebeurd. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de vermelding op het aanslagbiljet "deze aanslag is vastgesteld namens de inspecteur van uw belastingkantoor" ook heeft te gelden voor de boetebeschikking. De handelingen van de computer worden verricht namens de inspecteur, zodat de boete bevoegd is opgelegd. De boete is ook niet te hoog. Het feit dat de aangifte is ingediend nog vóórdat de aanslag is opgelegd, is geen verzachtende omstandigheid, temeer niet omdat de aangifte ruim drie maanden na afloop van de aanmaningstermijn is ingediend. X claimt voorts vergeefs een bezwaarkostenvergoeding. De BBBB 2014 geldt formeel alleen voor de belastingjaren vanaf 2014, zodat de vermindering een tegemoetkomend karakter heeft. De inspecteur heeft dus niet onrechtmatig gehandeld. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 40
Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 21
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 23 maart