De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat de Belastingdienst inkomensgegevens van huurders van sociale huurwoningen niet mag verstrekken aan hun verhuurders.

Belanghebbende, X, is huurder van een woning in de sociale sector. Desgevraagd verstrekt de Belastingdienst gegevens over het inkomen van X aan de verhuurder. X doet verzet tegen deze verwerking van persoonsgegevens. De Staatssecretaris van Financiën verklaart dit verzet niet-ontvankelijk.

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat de Belastingdienst inkomensgegevens van huurders van sociale huurwoningen niet mag verstrekken aan hun verhuurders. De afdeling is van oordeel dat een verplichting voor de Belastingdienst om inkomensgegevens te verstrekken aan verhuurders van sociale huurwoningen uitdrukkelijk en duidelijk in de wet moet staan. Zo'n expliciete wettelijke verplichting ontbreekt nu, terwijl die wel nodig is omdat de Belastingdienst gegevens die hij ontvangt ex. art. 67 AWR niet aan anderen mag geven, tenzij de wet hem expliciet verplicht om deze gegevens te verstrekken. Gelet op deze geheimhoudingsplicht is niet toelaatbaar dat zo'n verplichting 'uitsluitend wordt afgeleid uit de totstandkomingsgeschiedenis van of de samenhang tussen wettelijke bepalingen of wordt verondersteld omwille van de effectiviteit van een wettelijke regeling'. De afdeling verklaart het hoger beroep van de staatssecretaris ongegrond en verklaart het verzet van X alsnog gegrond en draagt de Belastingdienst op de verstrekking van inkomensgegevens te beëindigen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67

Burgerlijk Wetboek Boek 7 252a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Editie: 5 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen