Hof Amsterdam is van mening dat de Belastingdienst in een zwartspaarders-zaak niet voortvarend heeft gehandeld. Dit leidt tot vernietiging van de aan X opgelegde navorderingsaanslagen en vergrijpboeten.

De Belgische autoriteiten hebben in februari 2005 al gegevens over bank- en beleggingsrekeningen van (onder meer) ingezetenen van Nederland aan de FIOD-ECD verstrekt. X wordt vervolgens geïdentificeerd als houder van een verzwegen bankrekening bij Van Lanschot Bankiers in Luxemburg. In hoger beroep zijn in geschil de aan X opgelegde navorderingsaanslagen ib/pvv over het jaar 1995 en vb over het jaar 1996 met vergrijpboeten. Deze navorderingsaanslagen zijn eind december 2007 opgelegd. Hof Amsterdam verklaart het hoger beroep van X gegrond. Pas 24 augustus 2006 stelde de Belastingdienst een projectleider aan terwijl reeds in het tweede kwartaal van 2005 vrij zeker was dat ten aanzien van een substantieel aantal individuele belastingplichtigen mogelijk zou kunnen worden nagevorderd. De Belastingdienst had op dat moment in redelijkheid tot het oordeel moeten komen dat een landelijke coördinatie en een projectmatige aanpak geboden waren. Nu dat in die periode is nagelaten brengt dit mee dat niet de vereiste voortvarendheid in acht is genomen. Daar komt bij dat de tweede fase, vanaf maart 2006 tot het daadwerkelijk aanstellen van een projectleider in augustus 2006 rijkelijk lang heeft geduurd. De navorderingsaanslagen en boeten worden vernietigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 1 mei

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen