De Nationale ombudsman oordeelt dat de Belastingdienst een redelijke beslissing heeft genomen door het gelegde beslag te handhaven.

De Belastingdienst heeft ter invordering van een belastingschuld van een tandartsenpraktijk bodembeslag gelegd op een aantal goederen. X stelt dat hij de eigenaar is van (een aantal van) die goederen. Hij vindt dat de Belastingdienst zijn eigendomsrecht moet respecteren en het beslag op die goederen moet opheffen.

De Nationale ombudsman oordeelt dat de Belastingdienst een redelijke beslissing heeft genomen door het gelegde beslag te handhaven. X heeft het reële eigendom van de goederen aangetoond. Doorgaans is dit reden voor de ontvanger om het bodembeslag niet te effectueren. In dit geval is echter gebleken dat X feitelijk de beschikkingsmacht en beslissingsmacht heeft van de tandartsenpraktijk waar de goederen zich bevonden. X heeft de goederen aangekocht op een executieveiling van de Belastingdienst, maar de goederen hebben na de verwerving door X de bodem van de praktijk nooit verlaten. De praktijk heeft met het gebruik van dezelfde inventaris en hetzelfde personeel de bedrijfsactiviteiten voortgezet. De Belastingdienst heeft niet onbehoorlijk gehandeld door onder deze omstandigheden het verzoek van X af te wijzen.

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 23

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Nationale ombudsman

Editie: 14 mei

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen