Het HvJ EU oordeelt dat Italië bij de inbreng van activa de voorwaarde mag stellen dat een reserve op de balans moet worden opgenomen om uitstel van belastingheffing te bewerkstelligen. Dit is niet in strijd met het EU-recht.

 

Het Italiaanse 3D I Srl brengt een in Italië gevestigd bedrijfsonderdeel in bij een in Luxemburg gevestigde onderneming. 3D ontvangt daar aandelen in de Luxemburgse vennootschap voor. 3D kiest er vervolgens voor om Italiaanse vervangende belasting over de gerealiseerde meerwaarde te betalen. Naar aanleiding van de jurisprudentie van het HvJ EU besluit 3D om de vervangende belasting terug te vragen, omdat de Italiaanse regeling in strijd met het EU-recht is. De Italiaanse fiscus honoreert het verzoek van 3D echter niet. De Italiaanse rechter heeft een prejudiciële vraag in deze zaak gesteld.

Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat het EU-recht zich er niet tegen verzet dat 3 D belasting moet betalen over de meerwaarde die voortvloeit uit de inbreng van de activa. Aan uitstel van de belastingheffing mag Italië volgens het HvJ EU de voorwaarde stellen dat 3 D een reserve op haar balans moet opnemen die met de bij de inbreng vastgestelde meerwaarde overeenstemt.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 7 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen