Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een belastingplichtige die een gemachtigde inschakelt om de belastingaangifte te verzorgen zelf moet controleren of de aangifte daadwerkelijk tijdig wordt ingediend. Hij kan dit doen door zijn gemachtigde inzage te vragen in de ingevulde aangifte dan wel om een kopie van de aangifte te vragen waaruit blijkt dat de aangifte tijdig is verzonden. Nu X het bovenstaande heeft nagelaten, is de boete van € 226 die hij heeft gekregen terecht.

Aan belanghebbende, X, wordt een boete van € 226 opgelegd wegens het niet tijdig doen van aangifte IB/PVV 2010. X beroept zich op afwezigheid van alle schuld (AVAS). X stelt dat hij erop mocht vertrouwen dat zijn gemachtigde zorg zou dragen voor het tijdig indienen van de aangifte dan wel dat deze tijdig uitstel zou aanvragen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een belastingplichtige die een gemachtigde inschakelt om de belastingaangifte te verzorgen zelf moet controleren of de aangifte daadwerkelijk tijdig wordt ingediend. Hij kan dit doen door zijn gemachtigde inzage te vragen in de ingevulde aangifte dan wel om een kopie van de aangifte te vragen waaruit blijkt dat de aangifte tijdig is verzonden. Ook in een vertrouwensrelatie zoals die tussen belastingplichtige en gemachtigde dient de belastingplichtige erop bedacht te zijn dat de gemachtigde de werkzaamheden niet naar behoren verricht, aldus de rechtbank. X had in dit verband extra beducht moeten zijn aangezien de gemachtigde al eerder te laat aangifte had gedaan en omdat X nog een schuld bij zijn gemachtigde had openstaan. Anders dan Hof 's-Hertogenbosch (22 juni 2012, nr. 11/00749, V-N 2012/52.9) oordeelde, volgt volgens de rechtbank uit de arresten van de Hoge Raad van 12 februari 2009 (nr. 07/12891, BNB 2009/114) en 15 mei 2009 (nr. 08/01277, BNB 2009/170) niet dat de belastingplichtige kan volstaan met het doorzenden van de herinnering en de aanmaning aan haar gemachtigde. In de onderhavige zaak is overigens niet gebleken of X de herinneringsbrief en de aanmaning aan zijn gemachtigde heeft doorgestuurd, en zo ja, of X vervolgens voldoende maatregelen heeft genomen om zijn gemachtigde aan te sporen tijdig aangifte te doen. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond en laat de boete in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 12 juni

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen