Rechtbank Noord-Nederland vernietigt de aanslag IB 2011. De aanslag is buiten de aanslagtermijn opgelegd. Dat X geen adres heeft achtergelaten na zijn emigratie is niet van belang. Het is dan aan de inspecteur om de aanslag op een andere wijze bekend te maken.
X emigreert in 2013 naar Spanje. Omdat X geen adres achterlaat, verstuurt de inspecteur de door hem opgemaakte IB-aanslag 2011 niet. Nadat X in 2017 weer naar Nederland terugkeert, maakt hij, naar aanleiding van een ontvangen dwangbevel, in 2019 bezwaar tegen de IB-aanslag. De inspecteur verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Hij stelt daarbij dat de onmogelijkheid om het aanslagbiljet bekend te maken aan X is te wijten. Volgens de inspecteur had X er namelijk zorg voor moeten dragen dat de Belastingdienst beschikte over zijn woon- of toezendadres.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur het bezwaar van X ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. Volgens de rechtbank geldt er voor een belastingplichtige namelijk helemaal geen algemene verplichting om de Belastingdienst op de hoogte te houden van zijn actuele woon- of toezendadres. Wanneer de inspecteur niet over een actueel woon- of toezendadres beschikt, is het aan hem om de aanslag op een andere wijze bekend te maken. Aangezien de aanslag buiten de aanslagtermijn is opgelegd, wordt de aanslag vernietigd.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 19 augustus