X gaat in beroep inzake de definitieve berekening huurtoeslag van 2013 door de Belastingdienst/Toeslagen, waarbij rente in rekening is gebracht. X trekt het beroep in, nadat het besluit is ingetrokken. Rechtbank Haarlem kent geen proceskostenvergoeding aan X toe, omdat beroepsmatig geen rechtsbijstand is verleend. X gaat in hoger beroep bij Hof Amsterdam, wat zich zonder zitting onbevoegd heeft verklaard. Het hoger beroep kan namelijk uitsluitend bij de Afdeling bestuursrecht van de Raad van State worden ingesteld. Volgens het hof heeft het zich bij de in verzet bestreden uitspraak terecht onbevoegd verklaard om van het hoger beroep kennis te nemen, ook indien het (aanvankelijke) geschil – zoals X betoogt – betrekking heeft op de in rekening gebrachte rente. X gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat het hof terecht en op goede gronden heeft geoordeeld dat het onbevoegd te oordelen over een door de Belastingdienst/Toeslagen genomen besluit inzake het recht op huurtoeslag en de daarmee verband houdende nevenbeschikkingen. Het beroep is ook voor het overige ongegrond (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75a
Algemene wet bestuursrecht 8:105
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Huurrecht, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 20 januari
Informatiesoort: VN Vandaag