Aan X is in het kader van de voorlopige IB-aanslagregeling € 26 belastingrente vergoed. Volgens X is deze rente te laag, maar kan geen bezwaar tegen de rentebeschikking worden gemaakt. X gaat in bezwaar als de definitieve aanslag is opgelegd. Rechtbank Gelderland stelt vast dat bij de definitieve aanslag geen rente is vergoed, zodat het bezwaar van X terecht niet-ontvankelijk is verklaard. X gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X een verzoek tot herziening van de rentebeschikking had moeten indienen. Bij afwijzing van dit verzoek had de inspecteur hierop moeten beslissen bij voor bezwaar vatbare beschikking. Er is overigens ten onrechte belastingrente vergoed, omdat de (nadere) voorlopige aanslag binnen acht weken na het indienen van de gecorrigeerde aangifte – en overeenkomstig die aangifte – is opgelegd. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30fa
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30j
Wet inkomstenbelasting 2001 9.5
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 24 februari