X is het niet eens met een beschikking belastingrente.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de belastingrente juist is berekend en dat het zorgvuldigheidsbeginsel niet noopt tot matiging. De inspecteur heeft niet onzorgvuldig gehandeld. De belastingrente is niet aan een onzorgvuldigheid van de inspecteur te wijten, maar aan de onjuiste aangifte van X. Bij het vaststellen van de definitieve aanslag is aan het licht gekomen dat de aangifte (en daarmee de voorlopige aanslag) onjuist was. Daarbij is terecht belastingrente in rekening gebracht. Dat de juiste inkomensgegevens wel bij de inspecteur bekend waren, zoals X stelt, betekent niet dat de inspecteur pas een voorlopige aanslag mag opleggen na controle van alle gegevens die hem ter beschikking staan. Omdat het beroep van X ongegrond is, wijst de rechtbank het verzoek om een schadevergoeding voor materiële schade en gederfde levensvreugde af. X komt evenmin in aanmerking voor een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30fc
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 26 januari