Minister Veldkamp van Buitenlandse Zaken heeft het op 5 december 2023 tot stand gekomen belastingverdrag tussen Nederland en Kirgizië (Trb. 2023, 146) naar de Tweede en Eerste Kamer gestuurd.

De structuur, inhoud en bewoordingen van het Verdrag stemmen in het algemeen overeen met het gebruikelijke patroon van de door Nederland gesloten recente algemene belastingverdragen. Nederland heeft zich bij de onderhandelingen ingezet om aparte bepalingen voor offshore/buitengaatse activiteiten, bijstand bij invordering en uitbreiding naar andere landsdelen in het Verdrag op te nemen. Het had echter de voorkeur van Kirgizië deze niet in het Verdrag op te nemen en gezien het geringe belang van de bepalingen in relatie tot Kirgizië heeft Nederland hierin berust. Voorts heeft Nederland uitdrukkelijk het onderwerp van misbruik van het belastingverdrag aan de orde gesteld. Het verdragsbeleid van Kirgizië legt vooral een accent op bronbelastingen op dividenden, interest en royalty’s.

De beide Kamers kunnen uiterlijk tot 13 november 2024 de wens uitspreken dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 18 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

45

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen